zondag, augustus 06, 2006

Tony ...

Wegens een familie BBQ geen tijd om een deftige blogpost te verzinnen ... het vervolg van het grote exxon-avontuur dan maar ... ditmaal Tony Duchesne in de hoofdrol.

Tony (spreek uit Toowni) was een Brit uit Engeland. Dat kwam enkel hém goed uit want het “Brit-zijn” betekende natuurlijk dat hij geen bakkens Vlaams kon en we de godganse dag Engels praatten. Op de koop toe werd mij op een dag door zijnentwege gevraagd :"Chjeroon, from now on, let's speak French'. Alsof het nog niet genoeg was dat hij geen bakkens vlaams kon, vroeg hij mij ook nog of ik hem fukking frans wou leren. Dat was meteen het laatste verstaanbare woord dat de heer Tony (spreek uit Toowni) naar mij richtte. Hij sprak namelijk ook al geen bakkens frans, hetgeen vrij vervelend is wanneer je met iemand in het frans wil communiceren.

Ik sprak uiteraard geen frans tegen hem. Dit uit principe: ik ben immers Vlqqms nqtionqlist die niet gewoon is om met qwerty klqvieren te werken en het gebruik van de franse taal tot een minimum tracht te beperken. Dit sterke staaltje van vlaams nationalisme vanwege mijn persoon, gekoppeld aan Tony z'n nooit geziene doorzettingskracht om ooit de franse taal machtig te zijn, maakte dat tony en ik de komende weken en maanden met elkander communiceerden in gebarentaal. franse gebarentaal uiteraard aangezien ik mij nooit te beroerd heb gevoeld om in een vreemde taal met gebaren te communiceren, temeer daar deze vrij universeel is.

Denken we bijvoorbeeld aan het alombekende "fuk you"-gebaar waarbij de linker- en/of rechtermiddenvinger vrijpostig in de lucht wordt gehouden teneinde uw toehoorders diets te maken dat ze " kunnen fukoffen". Dit gebaar is vrij universeel te noemen. Enkele onderontwikkelde stammen uit zuid-Angola en Noord-Limburg blijven echter halsstarrig dit vunzige gebaarg gebruiken teneinde iemand zijn welgemeende, innige deelneming te betuigen. Het behoeft geen verdere uitleg dat menige begrafenis die werd opgevrolijkt door de aanwezigheid van Zuid-Angolezen en/of Noord-Limburgers vanwege dit spijtige misverstand uitdraaide op dolgedraaide lynchpartijen en andere far-west toestanden.

Toni had tevens de vrij ongewone gewoonte om altijd luidop te lachen, zelfs als er in de verste verten niets te lachen viel. Bij hem in de buurt zijn was alsof je voortdurend met je gulp wijdopen liep, alsoof er nog tomatensoep aan je mond hing of alsof je uw gat niet goed genoeg had afgekuist (alhoewel dat laatste eerder moeilijk te zien is bij een doorsnee mens, maar met die Britten weet je maar nooit). Bovendien was zijn constant gegrinnik enorm concentratie-verstorend, vooral tijdens de talrijke momenten waarop ik mijzelf trachtte op te leiden tot SAP-functioneel analist (na enkele weken auto-didactiek als systeemanalist had ik immers op autonome wijze mijn opleidingsniveau subtiel veranderd van systeemanalist tot functioneel analit) . Dit bracht niet alleen een welgekome afleiding in mijn dagdaaglijks bestaan. Het klonk ook beter en bovendien waren er reeds 750 naamkaartjes gedrukt van een functioneel analist die Simon Root heette maar helaas in de korte periode tussen het drukken van de naamkaartjes en de oplevering ervan was overleden.

Het was een prachtige begravenis die enkel werd ontsierd door enkele Noordlimburgse exxon-collega's en Simons aangetrouwde Angolese achterneef die op hun eigengereide manier Simons familie condoleerden. Ondanks hun oprechte blijk van medeleven kregen zij zwaar op hun bakkens vanwege de diep geschokte broeders van Simon Root, ex-SAP-Functioneel analist bij exxon chemical.

Maar goed, vanaf die dag kreeg ik negentig zakken brut in de maand om de ganse dag op mijn luie reet voor de computer te zitten, mijzelf op te leiden als SAP-functioneel analist, domme vragen te beantwoorden van domme SAP-users en om 750 exxon-naamkaartjens op naam van Simon root , SAP-funktioneel analist (RIP) om te vormen tot 750 exxon-naamkaartjens op naam van Jeroen Poot , SAP-funktioneel analist, hetgeen na een tijd aardig lukte (dit moest ook wel want ten eerste moest ik slechts 5 letters veranderen en ten tweede was dit -naast enkele kleinere klote-jobkens- mijn hoofdbezigheid en ik verdiende er 90 zakken brut in de maand mee).

Voor de rest viel op Tony (spreek uit Toowni) niet veel aan te merken. Hij was gewoon een doorsnee Britse SAP-functioneel analist (zo liepen er trouwens veel rond bij ons op de gang) die om de haverklap en zonder enige merkbare reden in lachen uitbarstte en waarmee ik in Franse gebarentaal trachtte te communiceren.

Geen opmerkingen: